Van verblijven naar boodschappen doen

© VVD Zoeterwoude

We zijn nu ruim 10 jaar aan het worstelen met het dorpsplein en omgeving. De ideeën die de laatste jaren voorbij zijn gekomen variëren van een nieuwe inrichting tot aan het verdwijnen van de chinees en alles er tussenin. Vele uren van de ambtenaren zijn er al met de beste bedoelingen ingestoken, diverse bijeenkomsten georganiseerd en twee onderzoeksbureau’s hebben inmiddels lijvige rapporten geschreven en met een kostenpost van € 70.000+ zijn we nog net zo ver als 10 jaar geleden.

Eigenlijk kunnen we stellen dat we tot nu toe gefaald hebben.

Het probleem zit hem volgens de VVD in het feit dat opvolgende college’s strak zijn blijven vasthouden aan het idee dat het dorpsplein een winkelgebied moet zijn. En dat is het niet. In het dorpscentrum winkel je niet, daar doe je je boodschappen en daarna ga je weer naar huis. Winkelen doe je in Leiden, Alphen a/d Rijn, Zoetermeer of Leidschenhage. Maar niet hier.

Daarnaast hebben we ook te maken met winkeliers, pandeigenaren en huurders die er voor zorgen dat de puzzle er niet makkelijker op wordt. Bij deze categorie is het gevoel van noodzaak grotendeels afwezig of hebben andere belangen dan het vestigen van winkels. Een enkeling bouwt zijn winkelpanden liever om naar woningen omdat daar meer mee valt te verdienen. Alle ideeën van de afgelopen jaren zijn gestorven in schoonheid en de paar die er zijn, zoals de voorjaarsmarkt, zijn weliswaar leuk maar zorgen niet voor de broodnodige stroom aan consumenten. En die moet je wel hebben!

In een van de rapporten werd aangegeven dat het goed zou zijn als er in het centrum een kringloopwinkel zou zitten. Die hebben we (Graalhuis) maar zit ver buiten de dorpskern. Ook werd aangegeven dat het goed zou zijn dat er een winkel zou zijn waar streekproducten zouden worden verkocht. Hebben we ook, (bij La Place) maar ook hier weer buiten de dorpskern. En dit zijn maar 2 voorbeelden van waar de schoen wringt. Nu zijn aan de rand van het dorpsplein het cultuurhuis en andere dienstverlenende bedrijven zoals o.a. 2 tandartsen en 2 makelaars gevestigd. Wij snappen als geen ander dat leegstand ook geen optie is, maar het zorgt niet voor de gewenste aanloop. Het lijkt erop dat het college in de loop der jaren al heeft voorgesorteerd op van het loslaten van het winkelgebied.

Dan hebben we ook nog de zo vurig gewenste extra parkeerruimte. Als door de ondernemers wordt aangegeven dat er behoefte is aan extra parkeerruimte wijst een zoveelste onderzoek op donderdagmorgen 11 uur uit dat er voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Maar op de momenten dat het er toe doet is de onderzoeker in geen velden of wegen te bekennen.

En dan hebben we het nog niet eens over de partijpolitieke voorkeuren. Het is geen geheim dat vorige raadsleden en fractievoorzitters van PZ al jaren verklaart tegenstander waren van auto's op het dorpsplein. Gelukkig zien we de afgelopen periode een meer positieve houding.

Ook coalitiepartner CDA heeft het laten gebeuren. 10 jaar lang staan zij naast hun coalitiepartner. Voor beide partijen zijn bedrijven zo belangrijk dat ze in het coalitieprogramma niet eens worden genoemd! Het was een CDA wethouder die de portefeuille had waarbij het dorpscentrum op zijn kop werd gezet. Het was diezelfde CDA wethouder was het die eindeloos heeft moeten leuren met de panden van de Versstraat. De huidige wethouder heeft ook nu weer economische zaken en probeert daar samen met de ambtenaar het beste van te maken.

En ja , ook wij waren erbij. De VVD heeft ook vaak ingestemd met de besluiten. Maar het is ontzettend frustrerend als je een dorpscentrum door onwil, onmacht en onkunde naar de knoppen ziet gaan. Gelukkig zien we weer een nieuw initiatief van een aantal winkeliers wat we van harte toejuichen. Uiteindelijk zullen ze zelf de kar moeten trekken en kunnen we als gemeente hooguit meeduwen en de beste conditie’s scheppen.

We kunnen de boel de boel laten en de het af laten glijden naar een punt waarbij we uiteindelijk alleen een supermarkt hebben en verder niks. Dat is de makkelijkste weg. Maar we kunnen ook onszelf de spiegel voorhouden en dan kan het pijnlijk worden maar krijg je wel de meest heldere antwoorden.

Daarom zijn de volgende vragen gesteld:

- Is dit college bereid afstand te nemen van het idee dat het dorpscentrum een verblijfsgebied moet zijn?

- Is het college bereid afscheid te nemen van de onderzoeksbureau’s en met de huidige winkeliers het gesprek aan te gaan en echt werk te maken van hun wensen?

- Is het college bereid het gesprek aan te gaan met de raad om zo te brainstormen over nieuwe ideeën?

De wethouder heeft toegezegd binnenkort met ondernemers én raadsleden om de tafel te gaan zitten om vervolgstappen te zetten.

De VVD draagt ondernemers een warm hart toe. Gezonde bedrijven zorgen voor een leefbare gemeente!